Endoprothese borstkas

Een endoprothese laat ons toe om op minimaal invasieve wijze de binnenkant van een bloedvat te verstevigen met een metalen stent die bedekt is met kunststof. Dit zorgt ervoor dat een dergelijke endoprothese waterdicht is en er geen lekkage meer in het aneurysma optreedt. Een endoprothese kan gebruikt worden bij het herstel van een aneurysma of dissectie van de aorta abdominalis of thoracalis of van de arteria poplitea.

Aneurysma Aorta thoracalis - endovasculaire behandeling

Indien het aneurysma groter is dan 5,5 cm dient dit behandeld te worden. Dit kan op twee manieren gebeuren, enerzijds endovasculair of anderzijds via een open borstkasoperatie. 
Deze beslissing is afhankelijk van de anatomie van het aneurysma die bepaald wordt met een CT scan, aangezien niet alle aneurysma’s endovasculair behandeld kunnen worden. Belangrijk is dat de endoprothese begint en eindigt op een plaats waar het bloedvat niet uitgezet is.
Behoudens de operatie is het ook zeer belangrijk uw levensstijl aan te passen, zoals te stoppen met roken, meer lichaamsbeweging te nemen en uw voeding aan te passen.

De ingreep

Bij een endovasculair herstel (ook “thoracale endoprothese”, “TEVAR”, Thoracic Endo-Vascular Aneurysm Repair genoemd) (Bekijk hier het info-filmpje op YouTube) kan men via een prik of een kleine insnede in de twee liezen het aneurysma herstellen. Deze ingreep gebeurt onder algemene narcose. Vanuit de lies wordt met katheters een endoprothese (= een met kunststof beklede stent) ingebracht tot 2 cm boven het begin van het aneurysma. De positie wordt nauwkeurig bepaald aan de hand röntgenstralen en contrastvloeistof. Eens de positie correct is kan de endoprothese opengevouwen worden zodat het bloed door de endoprothese stroomt en niet meer door het aneurysma. Na de ingreep gaat de patiënt gedurende 1 a 2 dagen naar de intensieve zorgen afdeling. Afhankelijk van de plaats van het aneurysma zal indien nodig een ruggenprik verricht worden en een katheter geplaatst worden om ruggenmergvloeistof af te tappen. Het grote voordeel van een endovasculaire ingreep is dat de operatie veel minder zwaar is. De gemiddelde hospitalisatieduur bedraagt 2 a 3 dagen. Bovendien is deze operatie ook geschikt voor patiënten die in minder goede conditie verkeren. 

Mogelijke complicaties

Zoals bij elke ingreep kunnen bij deze ingreep ook complicaties optreden zoals, bloeding, infectie, trombose en longembolie. 
Tijdens de procedure wordt gebruik gemaakt van contrastvloeistof. Deze vloeistof kan schadelijk zijn voor de nieren, vooral bij patiënten waar de nierfunctie op voorhand reeds verminderd is. Bij deze patiënten wordt voor en na de operatie extra vocht en medicatie toegediend om de nieren te beschermen. Af en toe is (tijdelijke) dialyse na de procedure toch noodzakelijk. 
In zeldzame gevallen kan het zijn dat de prothese niet geplaatst kan worden en is een open borstkasoperatie toch nodig. 
Gedurende de procedure worden ook de slagaders van het ruggenmerg uitgeschakeld. Zelden geeft dit problemen doch in 2 – 4 % kan dit verlamming van de benen veroorzaken. Om dit risico zo klein mogelijk te houden wordt tijdens de operatie een ruggenmergcatheter geplaatst om ruggenmergvloeistof af te tappen. Anderzijds zal de anesthesist er ook voor zorgen dat de bloeddruk altijd voldoende hoog is om de bevloeiing van het ruggenmerg te garanderen.
Na de procedure is het belangrijk om het resultaat regelmatig op te volgen met een CT scan of een echografie. Soms kan het zijn dat de er toch nog lekkage tussen de bloedvatwand en de endoprothese optreedt. Hierdoor komt het aneurysma terug wat onder druk en bestaat er bij sommige patiënten alsnog een kans op scheuren. In dit geval kan een bijkomende ingreep noodzakelijk zijn.

De opname in het ziekenhuis

Voor de operatie:
Een week voor de operatie dienen, in overleg met de arts,  bloedverdunners (zoals Marcoumar, Sintrom en Plavix, …) gestopt te worden. Xarelto en Pradaxa dienen 24 uur tot 48 uur voor de operatie gestopt te worden. Asaflow en Cardioaspirine kunnen zonder gevaar verder genomen worden. 
 
Dag van opname:  
U meldt zich op de afgesproken datum bij de opnamedienst. Deze bevindt zich in de inkomhal aan de rechterzijde van het onthaal. U dient uw identiteitskaart, SIS kaart en eventuele bloedgroepkaart mee te brengen. Van hieruit zal u naar HAVA 2 of HAVA 3 begeleid worden waar u een kamer toegewezen krijgt. In de mate van het mogelijke zal er met uw kamerkeuze rekening worden gehouden. 
Een verpleegkundige zorgt nadien verder voor de opname. Ze maakt tijd voor een gesprek en noteert alle informatie (medicatie, allergieën, telefoonnummers van familie…). Indien nodig zal nog een bloed name en een hartfilmpje (ECG) afgenomen worden.
Om infectiegevaar te vermijden, zal u onthaard worden vanaf de borst tot aan de knieën. U zal tevens een lavement krijgen om de darmen te ledigen. Vanaf middernacht mag u niet meer eten of drinken. Voor een goede nachtrust kan u aan de verpleging een slaaptabletje vragen. 

De dag van operatie:
U maakt uw toilet zelf of wordt hierbij geholpen indien nodig. De mannen dienen zich zeker goed te scheren.
Verwijder, voor vertrek naar de operatiekamer, horloge, bril, ringen en tandprothesen. Berg alles zorgvuldig weg zodat niets verloren kan gaan.
U doet een operatiehemdje aan.
Als voorbereiding op de operatie krijgt u een licht kalmeringsmiddel. Nadien wordt u naar de operatiezaal vervoerd waar operatieverpleegkundigen het overnemen.

Na de operatie:
Na de ingreep verblijft u 1 a 2 dagen op de dienst intensieve zorgen. Uw kamer op de afdeling blijft gereserveerd voor u. Uw persoonlijke spullen kunnen op de kamer blijven tijdens uw verblijf op intensieve zorgen. Breng geen waardevolle spullen mee. 
Uw familie kan u na de operatie bezoeken. Op de intensieve zorgen gelden de volgende bezoekuren: 
 
 11u00 – 11u30
 15u30 – 16u00
 19u30 – 20u00

Buiten de bezoekuren kan uw naaste familie zich steeds telefonisch bevragen op het nummer 015 50 53 30.