Endoprothese knie
Endovasculaire behandeling - Aneurysma arteria poplitea (PAA)
Indien het aneurysma van de knieslagadergroter is dan 2 cm dient dit behandeld te worden. Dit kan op twee manieren gebeuren, enerzijds endovasculair of anderzijds via een overbruggingsoperatie in het getroffen lidmaat. Deze beslissing is afhankelijk van de anatomie van het aneurysma die bepaald wordt met een CT. Behoudens de operatie is het ook zeer belangrijk uw levensstijl aan te passen, zoals te stoppen met roken, meer lichaamsbeweging te nemen en uw voeding aan te passen.
De ingreep
Tijdens een endovasculaire behandeling zal via een prik in de lies het aneurysma uitgesloten worden. Met behulp van katheters zal een endoprothese (= een met kunststof beklede stent) in het aneurysma geschoven worden. De positie wordt nauwkeurig bepaald aan de hand röntgenstralen en contrastvloeistof. Eens de positie correct is kan de endoprothese opengevouwen worden zodat het bloed door de endoprothese stroomt en niet meer door het aneurysma. De ingreep kan uitgevoerd worden onder plaatselijke of algehele verdoving, afhankelijk van de wens van de patiënt.
Indien er zich geen problemen stellen, kan de patiënt de volgende dag het ziekenhuis verlaten.
Mogelijke complicaties
Zoals bij elke ingreep kunnen bij deze ingreep ook complicaties optreden zoals, bloeding, infectie en trombose.
Tijdens de procedure wordt gebruik gemaakt van contrastvloeistof. Deze vloeistof kan schadelijk zijn voor de nieren, vooral bij patiënten waar de nierfunctie op voorhand reeds verminderd is. Bij deze patiënten wordt voor en na de operatie extra vocht en medicatie toegediend om de nieren te beschermen. Zelden is (tijdelijke) dialyse na de procedure toch noodzakelijk.
Na de procedure is het belangrijk om het resultaat regelmatig op te volgen met een CT scan of een echografie. Soms kan het zijn dat de prothese niet goed aansluit en er toch nog lekkage tussen de bloedvatwand en de prothese optreedt. In dit geval kan een bijkomende ingreep noodzakelijk.